Akkerbouwkrant April 2020

Hovius, die naast akkerbouwer ook uitvoerder bouw is, is afgelopen seizoen begonnen met vijftien hectare dripirrigatie. “Die vijftien hectare hebben mij nog wat centen opgeleverd, de rest van de percelen hebben mij afgelopen jaar alleen maar geld gekost. Waar geen Toro Aquatraxx driptape was aangelegd heb ik 35 ton aardappelen geoogst en op de slechtste percelen bevatte die slechts zestien procent zetmeel waardoor we ook nog een gigantische aftrek hebben gekregen bij de fabriek.”

“Vijftig ton opbrengst”

De Drentse teler richt zich bewust op één teelt: aardappelen. Hovius heeft zijn volledige mechanisatie daarop aangepast en kan op die manier de teelt ook het beste optimaliseren. “Bij de fabrieksaardappelen waar de dripslang is gebruikt zaten de fabrieksaardappelen ruim boven de vijftig ton en vijfhonderd gram zetmeel. Dat is ongeveer twaalf tot dertien ton zetmeel met uitschieters naar boven. Dat zijn spectaculaire opbrengsten, zeker als je bedenkt dat op dat perceel in 2018 pootgoed heeft gestaan.”

Consumptieaardappelen

“De consumptieaardappelen zijn voor twaalf cent weggegaan en daar was de opbrengst rond de zestig ton. Die opbrengsten hadden we nooit gehaald met ‘droge’ aardappels.”

Werkplezier

En dan is het rekensommetje snel gemaakt. “De aardappeloogst van het dripirrigatie-perceel was mooi uniform, hadden een grotere maatvoering”, aldus de Drentse akkerbouwer. “En daar beleef ik als teler enorm veel plezier aan. Het is nooit leuk om gewaspercelen te zien waar de planten het moeilijk hebben.”

Tijdmanagement

Een ander belangrijk voordeel noemt Hovius de tijd die er tijdens het groeiseizoen in beregening gestopt moet worden. “Het enige dat wij in het voorjaar doen, is poten en dan binnen tien dagen een slang erin leggen. Dat is een kwestie van: slang uitrollen en neerleggen. De aanvoerslang leggen we later pas aan, tijdens de rustige uren. Op het moment dat het knetterdruk en droog is, hoeven wij alleen maar de pomp aan te zetten en ga ik elke avond fluitend over het perceel lopen om te kijken hoe het erbij staat. Het echte werk qua irrigatie is dan namelijk al gedaan. De druppelslangen van Jean Heybroek doen de rest.”

“Dit is een gouden greep”

Hovius werd geattendeerd op de drip-irrigatie door Johan Tijms, mede-eigenaar van Mechanisatiebedrijf Tijms omdat de Drent ook daar al zijn trekkers en machines in onderhoud heeft. “Samen met mijn neef hebben we toen overlegd of we hieraan mee gingen doen. Drie jaar geleden

hebben we toen een voorzichtige start met drip gemaakt. Vervolgens waren er een aantal overlijdens in de privésfeer waardoor het even op een laag pitje stond, maar we hebben vorig jaar toch de draad weer opgepakt. We hadden de keuze uit twee, zes of vijftien hectare. We kozen uiteindelijk voor die laatste optie en achteraf is dat een gouden greep gebleken.”

“Drip is de toekomst”

Hovius is niet alleen enthousiast, hij is ook een ambassadeur voor de drip-irrigatie-systemen: “Als ik bij collega-boeren op bezoek ben, dan zit ik aan de keukentafel te vertellen hoe drip bij ons te werk gaat. Dat heeft er onder meer in geresulteerd dat de buurman dit jaar ook met druppelirrigatie gaat werken. Ik ben er ook heel erg van overtuigd dat dit de goede weg is voor de akkerbouwsector: drip is de toekomst.”

Mest- en hulpstoffen

En alsof uitbreiding van het areaal nog niet genoeg is, wordt er bij Hovius dit seizoen ook een proeven gedaan met mest- en hulpstoffen toediening via de dripslangen.  Afgelopen jaar hebben we stikstof gestrooid, maar dat loste niet op. We gaan het nu dus op een andere manier doen.
“Johan en Gerard hebben daar hun ideeën over.

“Droge zandkoppen gezocht” 

Daarmee zijn de plannen van de akkerbouwer uit Nieuw-Balinge nog niet voltooid, want als het aan hem ligt, gaat hij de komende jaren ook aardappelen telen op percelen die een regelrechte uitdaging vormen: “En dan het liefst met droge percelen, die niemand wil hebben. Akkers met zandkoppen, waarvan iedereen zegt: die hoef ik niet, want die drogen toch steeds op. Daarop wil ik aan de slag met drip.”